
Ik gun het Mathieu
Roger De Vlaeminck acht de kans dat Van der Poel het WK-record van broer Erik verbetert groot.
Roger De Vlaeminck is een fan van Thibau Nys. “Die doet me aan een jonge versie van mezelf denken.” Maar de realiteit wil nu eenmaal dat niet de zoon van Sven Nys maar wel Mathieu van der Poel straks favoriet nummer één is om wereldkampioen bij de mannen elite te worden in Hulst. Titel nummer acht voor de Nederlander zou dat zijn, eentje méér dan het legendarische record van zeven stuks dat hij met Rogers broer Erik deelt. “Niks is voor eeuwig”, reageert De Vlaeminck sportief. “Als Mathieu in Hulst alleen recordhouder wordt, dan gun ik hem dat voluit.”
Dat Mathieu van der Poel straks Erik De Vlaeminck naar de tweede plaats in de ‘eeuwige ranglijst’ kan verwijzen zet broer Roger aan het mijmeren.
“Als Erik zich als renner ook maar een klein beetje had verzorgd, dan had hij er nog een pak wereldtitels bij gedaan. Erik won zijn laatste regenboogtrui op zijn achtentwintigste. Als je als renner leeft voor je vak, dan breken je beste jaren normaal gezien pas aan op die leeftijd. Voor Erik was het op dat moment jammer genoeg al afgelopen op het allerhoogste niveau. Het is wat het is, natuurlijk. En de klok kan je nu eenmaal niet terugdraaien. Maar toch blijf ik dat jammer vinden. Erik was zo’n verschrikkelijk goeie coureur, verdorie toch. De mensen weten dat niet meer, maar mijn broer kon alles met een fiets. Erik was zó getalenteerd. Die kon koersen winnen puur op basis van zijn technische capaciteiten. Die won met de vingers in de neus tegen concurrenten die op fysiek vlak een pak sterker waren dan hij.”
Vroeger meer concurrentie
De kunst van het terugkijken is Roger De Vlaeminck niet vreemd. Dat stelling dat je renners van verschillende generaties moeilijk met mekaar kan vergelijken, daar heeft de Oost-Vlaming lak aan. Zo merkt De Vlaeminck fijntjes op dat zijn broer Erik destijds met méér concurrentie te maken kreeg dan Mathieu van der Poel vandaag. “Ik doe niks af van de verdiensten van Van der Poel, begrijp me vooral niet verkeerd. Maar met welke concurrentie krijgt hij nu al jaren aan een stuk te maken? Met Wout van Aert, ja. Dat is iemand die als atleet in de buurt van de Nederlander komt. Maar als Mathieu vóór Wout in een cross eindigt wint hij die meteen. Terwijl het bij Erik destijds lang niet zo eenvoudig lag. De top in het veldrijden was destijds een pak breder. Albert Van Damme, af en toe ikzelf, Albert Zweifel, Rolf Wolfsholhl, Renato Longo, Peter Frischknecht: dat waren toppers, hoor. Veldrijden was toen méér dan de strijd België-Nederland die het nadien geworden is.”
Diverse disciplines
In Hulst doet Mathieu van der Poel een gooi naar wereldtitel nummer acht. Roger De Vlaeminck twijfelt geen moment. Ook voor hem is de Nederlander topfavoriet nummer één. “Ik heb begrepen dat het parcours van Hulst er met het oog op het wereldkampioenschap een pak groter op is geworden. Niet dat dat voor Mathieu veel uitmaakt, hoor. Van der Poel kan op elk terrein zijn mannetje staan. Het is niet omdat ik altijd aanhaal dat mijn broer destijds met meer concurrentie te maken kreeg dat ik Mathieu niet waardeer, hoor. Hij is een mooie atleet om naar te kijken. En ik breng er waardering voor op dat hij diverse disciplines combineert als renner. Dat deden wij destijds allemaal – ik reed op de weg, in het veld én op de piste – maar vandaag de dag is dat veeleer uitzonderlijk geworden.”
Fan van Thibau Nys
Lovende woorden voor Mathieu van der Poel, maar stiekem klopt het hart van Roger De Vlaeminck toch nog een tikje sneller voor Thibau Nys. “Ik zie die jongen gewoon graag bezig. De manier waarop hij koerst spreekt me aan. Mooie stijl, de beheersing van de fiets, tikje branie erbij: ik zie hem graag bezig. Als het hem voor de wind gaat, tenminste. Want o wee als hij pech heeft… Ik herinner me een cross in het begin van het seizoen (Lokeren, red.) waarin het hem tegenzat. Die gebaartjes van hem op dat moment, dat staat me niet aan. Je moet als renner ook op een waardige manier kunnen omgaan met tegenslag, vind ik. Maar voor de rest kijk ik er met plezier naar. Ik ben benieuwd hoe ver hij in Hulst kan komen. Hij vindt er alvast een spectaculair parcours, een omloop waarop hij met zijn technische bagage goed uit de verf moet kunnen komen. Maar of dat zal volstaan om te winnen? (Lacht) De topfavoriet is en blijft een Nederlander.”
